Van de predikant

Lieve gemeente

Het weer is voorgoed omgeslagen, zo lijkt het. Het is dan toch nog herfst geworden. En altijd als het kouder wordt is het tijd om de laatste vruchten van het seizoen van de velden te halen. Het is ook de tijd waarin de kerken God danken voor de opbrengst van het land.

Ik ben geen boer, dus veel van de details van de landbouw zijn mij niet helemaal bekend, maar van buitenaf bekeken lijkt het mij toch steeds uitdagender te worden om goed resultaat te krijgen van je inspanningen en van het zaad die je in het voorjaar uitbrengt. Het weer wordt extremer. De hele zomer is het kurkdroog en uitzonderlijk warm en vervolgens lijkt het erop alsof alle regen tegelijk uit de hemel valt.

In de brief van Paulus aan de Galaten lezen wij de volgende zin die door de eeuwen heen tot een spreekwoord is geworden, in bijna alle talen van de wereld: “Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.”

De spreekwoordelijke zin van deze uitspraak is denk ik de meesten van ons duidelijk. Maar hoe zit het als we naar de letterlijke zin kijken? Een boer zaait zaad en hij verwacht de vruchten te oogsten van deze zaad. Maar hoeveel kan er niet misgaan in de tussentijd? Het weer, ziektes aan de gewassen, noem maar op. Het is geen garantie dat goede zaad tot goede vruchten leidt.

En daarom is het belangrijk om dankbaar te zijn als de oogst wel goed is. En dat geldt wederom voor ons allemaal, ook los van een context van akkerbouw.

De vrucht van de Geest is liefde, schrijft Paulus. De geest werd in ons geplant door Gods genade. Dat het zaad mag groeien in ons tot een vrucht van liefde, daarvoor hebben ook wij goed weer nodig.

God heeft beloofd om erop toe te zien dat het goede zaad tot goede vrucht zal worden. Alles wat wij moeten doen is de geest te aanvaarden die God ons schenkt.

Reden tot dankbaarheid, niet alleen in het najaar.

Ds. Pascal Handschin

Comments are closed.