Met engelengeduld gemaakt

Ko de Visser benutte de coronatijd wel op een heel bijzondere manier. Hij maakte van palmhout miniatuurtjes van de kerk en de molen van Nieuw- en Sint Joosland en bevestigde die in de pel van een walnoot.

Het karwei is minutieus uitgevoerd. De bewoner van de Korteweg stak er naar schatting 150 tot 200 uur in. Bij een werkloon van 40 euro per uur zou het dus 6000 tot 8000 euro moeten kosten. Het pronkstukje komt echter niet in de verkoop maar komt te pronken onder een glazen stolpje.

Ko prijst zich gelukkig dat hij op zijn leeftijd (75) over een vaste hand beschikt. Want wat hij maakte is priegelwerk. Je kunt ook zeggen dat het monnikenwerk was, waarvoor je engelengeduld moet hebben. Om alles goed te kunnen zien werkte de maker met een loep bij goede verlichting. En ondanks zijn vaste hand ging er wel eens wat mis. De flinterdunne roeden van de molen, waaraan twee wieken zitten, braken zeven keer. Maar Ko zat niet bij de pakken neer en voltooide de klus.

Ko toont de verpakking van de miniaturen

Ko stond al bekend als een vaardig snijder van paeremessen, maar dit is toch een ander chapiter. Gebedsnoten uit de Middeleeuwen brachten hem op het idee. Die bevatte vrome voorstellingen en waren bedoeld om mee te nemen als je op reis was.

Het resultaat van Ko’s priegelwerk is verbluffend. In de noot is links de kerk en rechts de molen te zien. Klap je beide objecten om dan krijg je bij de kerk de wand met het orgel te zien en bij de molen het kruiwerk. De binnenkant van de noot bevat ook voorstellingen. In de helft van de kerk zie je de wand met de preekstoel en bij de molen werktuigen en gereedschappen.

Gebedsnoot, collectie Rijksmuseum
mislukte roeden….

Comments are closed.