Haman woont in Souburg

De lotgevallen van dominee Kan 5 (slot)
Zomaar vanaf de kansel iemand aanwijzen kan raar uitpakken. Dat bewijst dit laatste stukje over de herinneringen van dominee Kan. Het is onduidelijk in welke kerk het hierna beschreven incident zich afspeelde, mogelijk is het die van Ritthem. Wel is zeker dat de hoofdpersoon in Souburg woonde.

,,Dichtbij Souburg lag een ander klein dorp in het groen verscholen. Boven de bomen uit wees het torentje omhoog als Gods vinger naar de hemel wijzend en in Zijn naam uitroepend: ,,hier beneden is het niet”. Ik  moest daar eens preken wegens ziekte van de predikant.”

Dominee Kan schrijft dan dat hij preekt over Haman, de man over wie in het boek Esther staat beschreven dat hij alle Israëlieten in Perzië wilde ombrengen. Op een gegeven moment gebeurt er iets bijzonders:

,,In het vuur van mijn rede strekte ik mijn rechterhand uit en wees met mijn wijsvinger naar iemand vlak voor mij die aandachtig zat te luisteren. In mijn verbeelding zag ik Haman voor mij en was het alsof ik tot hem sprak. ‘Nee Haman! Gij zijt niet gelukkig. Integendeel, gij zijt diep te beklagen. Al uw rijkdom, eer, hoogheid en gunst baten u niet. Ik heb diep medelijden met u. Zoekt tocht wat anders wat u verblijdt en u in eeuwigheid gelukkig maakt!      

Toen de godsdienstoefening was geëindigd ging ik even naar de pastorie om te vragen hoe het was met de zieke collega-predikant. Zijn echtgenote ontving mij glimlachend. Haar eerste opmerking was: ‘weet gij wel wie u in de kerk aanwees en aansprak?’ Ik antwoordde dat ik het niet wist omdat ik niemand van mijn toehoorders bij naam kende. Daarop sprak zij: ‘welnu de man die het betreft heet Dr. Haman, een zeer bekend geneesheer in Souburg!’ Ik behoef u niet te zeggen dat het mij een ogenblik was alsof iemand vurige kolen op mijn hoofd legde. Hartelijk hoop ik echter dat het woord,  door een toeval als persoonlijk tegen de arts gesproken, niet ledig is weergekeerd.”

De man om wie het gaat is Hendricus Ficus Haman, die behalve arts ook wethouder was. Hij is in januari 2001 beschreven in De Wete, het blad van de Heemkundige Kring Walcheren.

*Onder de titel ‘Herinneringen uit den Ouden en Nieuweren Tijd’ schreef dominee Arnold Izaäk Kan over gebeurtenissen tijdens zijn predikantschap. Hij publiceerde zijn memoires in de Velpsche Kerkbode. Kan blikt daarin ook terug op zijn periode in Nieuwland (1862-1870).
W.P.S.  

(c) Collectie Rijksmuseum
Reacties plaatsen is niet mogelijk.