Historie kerkgebouw
De kerk is gebouwd rond het jaar 1510. Aan de nog aanwezige nissen naast de hoofdingang is het te zien dat deze kerk een Rooms Katholieke kerk is geweest.
Zoals alle oude Rooms Katholieke kerken ligt zij georiënteerd, dat wil zeggen, de ingang is in het westen, zodat het altaar in het oosten lag en de kerkbezoekers het gezicht ook naar het oosten hadden gekeerd.
Door de belegering van Middelburg tussen 1572 en 1574 heeft ook de kerk van Ritthem veel geleden. Pas in 1611 werden de kerk en de toren geheel hersteld.
De kerk moet voor de herstelling groter zijn geweest. Aan de zuid- en aan de oostzijde heeft nog een koor gestaan.
Voor 1868 was de kerk nog onbekoepeld, men keek tegen het houten beschot van het dak aan. In dat jaar is er een koepel aangebracht. Deze werd later geregeld gewit samen met de balken en de binnenmuren.
De vloer bestaat uit grote blauwe stenen. Omdat er vroeger veel in de kerk begraven werd, moest de vloer vaak worden opengebroken. De vloer was hierdoor ongelijk geworden. In 1871 werd daarom de gehele vloer met hout bedekt.
In 1921 was de restauratie van de toren (grotendeels door het rijk betaald) voltooid. De kerkvoogdij besloot hierna ook de kerk te restaureren. Op 25 maart 1926 werd deze keurig hersteld weer in gebruik genomen. De kerk was toen zoveel mogelijk in haar vroegere staat terug gebracht. Het dak, zowel het houtwerk als de leien, werd geheel vernieuwd. Ook zijn toen 4 nieuwe uitstekende en met leien bedekte dakraampjes aangebracht. De oude ramen, met glas in lood, werden vervangen door ramen met gekleurd glas in lood, dit in de stijl van het oude gebouw. De contreforten (steunmuren) tegen de muren waren verbrokkeld. De dekstenen bestonden uit kleine gele stenen. Alles werd bijgewerkt met “zoogen” ( Zeeuwse moppen) die grotendeels afkomstig waren van het klooster Waterlooswerve onder Aagtekerke. Gelukkig zijn de muren aan de buitenkant niet met cement bestreken, zoals dat met vele oude kerken op Walcheren in de vorige eeuw is geschied. Hierdoor is de oorspronkelijke schoonheid van de kerk gebleven.
Inwendig heeft de kerk ook veranderingen ondergaan. De dikke kalklaag op de muren werd weggebroken, zodat de oude rode steen weer zichtbaar werd. De preekstoel werd van zijn dikke groene verflaag ontdaan en kreeg zijn oorspronkelijke eikenhouten kleur weer terug. Twee koperen kronen werden door een onbekende aan de kerk geschonken. Gasverlichting werd aangelegd, maar dan wel op een dergelijk wijze dat het te zijner tijd veranderd kon worden in elektrische verlichting.
Boven de preekstoel werden op een lichte ondergrond de woorden van Psalm 84:12a geschilderd. “Want God de Heere is een zon en een schild, De Heere zal genade en eere geven.” Aan beide zijden van de preekstoel hangt een tekstbord waarop de hoofdsom der wet ( Matth.: 37.40) en de woorden uit Johannes 3 : 16 staan. Op het ene bord is het wapen van Ritthem, op het andere dat van Welzinge geschilderd. Deze borden werden geschonken door de toenmalige kerkenraad.
In 1977 is het interieur weer grondig opgeknapt. Het geheel is geschilderd. De avondmaalstafel is gemaakt in 1978. Hierin is het motief van de preekstoel weer terug te vinden.
In 1980 zijn nieuwe stoelen aangekocht.
Het orgel, gebouwd in 1962, is betaald door de kerkelijke gemeente met een subsidie uit het rampenfonds. De bouwer van het instrument was Willem van Leeuwen, terwijl de kast door de plaatselijke aannemer Fa. Poelman is gebouwd. Het is een klein maar fijn achtstemmig orgel.
De Toren
De kerk en de toren horen bij elkaar. Tot 1815 is de toren onderhouden door de kerkelijke gemeente. Daarna is dit onderhoud voor de rekening van de burgerlijke gemeente gekomen. In de 19e eeuw is er weinig aan de toren gedaan, er waren grote scheuren ontstaan en vele stenen waren uit de hoek van de toren gevallen. Daarbij kwam nog dat de toren in de laatste jaren onrustbarend ging overhellen. Met steun van rijk en provincie is in de jaren 1919 tot 1921 de toren opgeknapt. Ook zijn er nieuwe betonnen fundamenten gelegd om verder overhellen te voorkomen.
Tijdens de Spaanse oorlog zijn de klokken uit de toren verdwenen. Op kosten van de stad Middelburg, die toen het ambacht Ritthem in eigendom had, werden er twee klokken in de toren gehangen. Op de grootste klok, die er nu nog hangt, staan de wapens van Adriaan Joosse en van Jan Pieter Maartense, destijds stedelijke ontvanger van Middelburg. Ook staat op deze klok: Johannes Burgerhuis me fecit 1613 soli deo gloria. Johannes Burgerhuis behoorde tot de bekende Middelburgse klokkengieters familie. Op de kleine klok staat: Sancte Huberti ora pro nobis. Anno. Dominus MCCCCC ( Heilige Hubertus bidt voor ons. In het jaar onzes Heeren 1500). De Heilige Hubertus was bisschop te Maastricht. Hij is de schutspatroon der jagers. Deze klok is dus van een andere toren afkomstig.
De gemeenteraad van Ritthem kocht in 1922 een uurwerk uit de fabriek van de firma B. Eijsbouts te Asten, in Noord Brabant. De koperen wijzerplaat werd geschonken door de ambachtsheer C.L. M. Lambrechtsen. Dit in navolging van zijn voorouders, die in 1767 ook een wijzerplaat schonken.
De consistorie
De consistorie, naast de toren, is even oud als de kerk. In 1849 werd deze echter voor een groot deel afgebroken en opnieuw opgebouwd. Toch gaf deze ruimte geen voldoening, want in 1882 werd besloten om tegen de achter muur een nieuwe consistorie te bouwen, die in 1985 geheel is gesloopt en vervangen door de huidige consistorie. Hier hangt ook een namenlijst van predikanten die in Ritthem gestaan hebben.
De pastorie
Door het samenwerkingsverband met Nieuw –en Sint Joosland was er in Ritthem geen pastorie meer nodig. Deze is dan ook in 1977 samen met de tuin verkocht en later is de pastorie afgebroken. Op die plaats (tegen over de kerk) staan nu 7 nieuwe woningen.