
Benauwde ogenblikken in de Roode Leeuw
Voor dominee Kan intrede deed in Nieuwland, zijn eerste gemeente, kwam hij op proef preken. Hij ging met dat doel twee keer voor. Kan beschrijft wat er daarna gebeurde. ,,Na de middagkerk nodige mij de kerkenraad om met hem thee te drinken in de vlak tegenover de pastorie** staande herberg De Roode Leeuw. Op het uithangbord was dan ook de koning der woestijn in bloedrode kleur geschilderd. Toen ik mijn oog daarop sloeg werd het mij benauwd om ’t hart, want het scheen mij een boos voorteken te zijn.” (…)
,,Gelukkig ging ook de consulent der gemeente met mij mee, als ’t ware om mij te beschermen. Wij namen plaats rondom een groene tafel, maar… niemand sprak één woord. ’t Was een benauwd en benauwend ogenblik. Na korte tijd stond de consulent op en ging naar huis. Hij woonde aan de andere zijde van de stad. Nauwelijks had hij ons verlaten of daar werden de harten en monden geopend. En terwijl het vroeger was ‘eens ieders hart was vol gevoel — maar ieders tong was stom !’ scheen het nu wel een joodse synagoge te zijn, waarbij allen tegelijk spraken.” De predikant heeft de zin over ‘tong’ en ‘stom’ waarschijnlijk ontleend aan ‘Roosje’, een dramatisch gedicht over het verdrinken van een meisje bij Domburg.
Kan vraagt aan de kerkenraadsleden waarom zijn hun kaken op elkaar hielden. Die laten weten dat ze de in Middelburg wonende consulent als pottenkijker beschouwden, die ze liever kwijt dan rijk zijn. Het komt daarna toch nog goed in de Roode Leeuw. De oudste ouderling vraagt aan Kan of hij een beroep zou aannemen. Daarop antwoordt hij bevestigend. ,,Woensdag daarop zou het beroep gedaan worden. Ik bleef te Middelburg en ondertekende daar de beroepsbrief overeenkomstig de wet. Met dank aan God, Die op die wijze een einde maakte aan mijn kandidatentijd.”
Kan deed 6 juni 1862 intrede. Dominee Heldring leidde ’s morgens de bevestigingsdienst. De laatste bevestigde hem later ook in Heerjansdam en Velp. In ons land dienden zeker acht mensen met die achternaam als predikant. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om de bekende Ottho Gerhard Heldring. Hij is de enige uit het rijtje van acht die leefde in de drie jaren waarin Kan ergens intrede deed. Heldring was aanhanger van het Réveil. Die 19e eeuwse opwekkingsbeweging legde nadruk op persoonlijke geloofsbeleving en deed veel op sociaal gebied. Denk aan armenzorg en hulp aan verwaarloosde jongeren. Heldring stichtte diverse opvangcentra en de eerste kweekschool voor onderwijzeressen. Wellicht minder bekend is dat hij in 1836 de kerstboom in Nederland introduceerde.

*Onder de titel ‘Herinneringen uit den Ouden en Nieuweren Tijd’
publiceerde dominee Arnold Izaäk Kan over zijn memoires in de Velpsche Kerkbode. Hij kijkt daarbij ook terug op de jaren 1862-1870, toen hij in Nieuwland stond.
**De eerste pastorie stond in de Veerstraat. Deze is in 1866 vervangen door een nieuwe woning op de plaats van het huidige dorpshuis. In 1964 volgde de bouw van de pastorie aan de Oude Rijksweg. Deze gegevens zijn ontleend aan het in 1963 verschenen boekje Een kerk in de Middelburgse Polder door P. J. Reijnoudt
Volgende keer: “eindelijk zegt er iemand iets over mijn preken”
Reacties plaatsen is niet mogelijk.